Vanaf 18 jaar zijn jongeren voor de wet meerderjarig, maar vaak nog niet in staat om zelfstandig te functioneren in onze maatschappij. Zeker jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben meestal meer tijd nodig om de nodige vaardigheden te leren. Vaak krijgen ze ook zorg en ondersteuning die bij meerderjarigheid vervalt of verandert terwijl ze die nog wel (een tijdje) nodig hebben.
Op deze pagina benaderen we de overgang naar volwassenheid vanuit het sociaal domein. De transitie van jeugd- naar volwassenzorg speelt in deze fase ook een belangrijke rol, hierover lees je meer op de pagina passende transitiezorg.
Jongeren hebben een stevige basis nodig op 5 leefdomeinen om zelfstandig te worden:
Hiervoor is vertrouwen nodig, in zichzelf en anderen, de ruimte om zich te kunnen ontwikkelen en een vangnet dat hen opvangt wanneer nodig. Meer informatie over wat elk leefdomein inhoudt kun je lezen op deze pagina van het Nederlands Jeugdinstituut.
Waarom hebben jongeren met een LVB hier (meer) moeite mee?
Jongeren met een LVB ervaren soms obstakels die de ontwikkeling op deze vijf leefdomeinen in de weg kunnen staan en deze overgangsfase stressvol en lastiger maken.
Soms lukt bijvoorbeeld zelfstandig wonen (nog) niet, dan kan het moeilijk zijn om een plek te vinden waar de jongere langere tijd kan blijven ook na de 18e verjaardag. En ook het vinden van een passende dagbesteding of een leuke opleiding of baan die aansluit bij iemands interesses, kan een uitdaging zijn.
De vrijheid die hoort bij 18 worden, zoals alcohol kopen en zelf contracten afsluiten kan voor jongeren met een LVB extra risico’s meebrengen. Ze overschatten vaak wat ze kunnen. En door bijvoorbeeld moeite met lezen en rekenen of het niet goed overzien van consequenties kunnen ze in de problemen komen.
Al deze zaken kunnen voor veel stress zorgen, wat het welzijn van deze jongeren negatief beïnvloedt. Goede ondersteuning en hulp kan problemen voorkomen en verminderen.
Een overzicht van verschillende tools aan de hand van de big-5 leefdomeinen.
Passende transitiezorg voor jongeren met een LVB+
Handreiking transitiezorg bij jongeren met een LVB+.
Aansluiten bij een LVB, (hoe) doe jij dat?
Informatie en tips over het aanpassen van je houding en communicatie (mondeling en schriftelijk) bij iemand met een mogelijke LVB.
Tips en ervaringen uit de praktijk
Op de pagina Aansluiten bij een LVB geven we informatie over aanpassen van je ondersteuning aan de mogelijke beperkingen die kunnen voorkomen bij een LVB.
Opzoek naar meer tools? Kijk voor een overzicht van tools voor professionals die werken met jongeren met en zonder een LVB in de tool: De overgang naar volwassenheid.
Voor wie meer wil lezen over deze levensfase:
In het eerste kwartaal van 2025 komt de Richtlijn Toekomstgericht werken uit. Deze richtlijn zal gaan over knelpunten bij de ondersteuning van jongeren rondom het volwassen worden, waarbij wordt gefocust op de twee hoofdthema’s: aansluiting en begeleiden.
Het belangrijkst wat je kan doen, is naar de jongeren zelf luisteren, dat blijkt wel uit de ervaringen van deze drie jongeren met een LVB waarmee collega’s van het kenniscentrum in gesprek gingen.
Een tijdje geleden heb ik gesolliciteerd bij de Pathé bioscoop. Het gesprek ging goed en de werkgevers gaven aan potentie te zien. Aan het einde van het gesprek genoemd dat ik een LVB heb. Werkgever geeft aan dat het ‘prima’ is en dat ze mij daar niet op zullen afwijzen. Toch niet aangenomen, en toen zeiden ze het niet letterlijk, maar het kwam toch op de beperking neer. Er werkt al iemand met een beperking en de werkgever denkt niet de ondersteuning te kunnen bieden die ik nodig heb. Maar ik heb geen begeleiding nodig. Je wordt steeds afgewezen en dat doet zo’n pijn. Het is een jongensdroom die wordt afgepakt. Het is rot afgelopen en nu blijf ik het proberen.
Ik werd gedwongen om te gaan sporten omdat ik wat voller werd. Er werd niet gevraagd of ik dat wilde, maar het ''Het moet!" het moest. Niet heel blij mee dat dat zo ging, ze moeten mij nemen zoals ik ben. Maar nu denk ik: Ik ben perfect zoals ik ben.
Achttien, ik had er wel moeite mee, ze waren ineens mijn mentor en bewindvoering terwijl ik dat eigenlijk niet wilde. Ik vond dit niet helpend, had graag een andere mentor gehad. Ik wilde wel een mentor, maar niet mijn eigen ouders. Ik had wel graag uitleg gewild over wat mentorschap, bewindvoering en curatorschap inhield. Als ik dat van te worden had geweten, dan had ik een andere mentor gehad. Mijn moeder is mijn bewindvoerder. Zij houdt het extra geld bij en ik krijg 1x per week zakgeld. Ik wil wel samen met haar geldzaken doen, maar dat wil zij niet. Voordeel is wel dat als ik geld tekort kom dat ik geld kan vragen, maar vind het heel vervelend dat mijn moeder mij zo klein houdt.